Canadezen hebben toch maar een rare verhouding met drank. Langs de ene kant heeft het iets geheims en iets verbodens. Maar velen gebruiken gretig ofschoon het peperduur wordt verkocht.

Drankverkoop is een provinciale aangelegenheid. In de provincie Ontario heeft dit, tot nog toe, betekend dat de LCBO (Liquor Control Board of Ontario) haast een monopolypositie bekleedt op dit gebied. Net als in Scandinavië koop je je dranken bij de overheidswinkel. Dat dit een enorme melkkoe is voor het provinciaal bestuur moge duidelijk zijn: per jaar zo'n $2,5 Miljard naar de overheid.

In Ontario mogen nu, ineens, ook kleine particuliere winkeltjes drank gaan verkopen. Daar zitten wel wat regeltjes aan vast. Zo gaat het uitsluitend om zwakalcoholische dranken. Ook moet het slot erop om 23:00 uur, zelfs als de winkel dag en nacht verder geopend blijft. De nachtelijke verkoop is dus streng verboden.

Wie in zo'n winkeltje werkt moet een speciale cursus drankenverkoop volgen. De bediende moet een bepaalde minimumleeftijd hebben maar dat geldt voor de klanten, uiteraard, ook. In Ontario is die leeftijd 19 jaar.

Grappig is de wettelijke verplichting dat er ook producten van kleine brouwerijen en wijngaarden aangeboden moeten worden. Zou die regel er niet zijn, dan zou men waarschijnlijk uitsluitend de bestverkopende producten aanbieden. Zo krijgen de plaatselijke leveranciers dan ook een kans, denkt men. Overigens zullen de verkoopprijzen hoger liggen dan in de gewone drankwinkel. Daar waren ze al behoorlijk hoog dankzij al de accijnzen, heffingen en belastingen.

Hoe het met het leeggoed moet is nog onduidelijk. In Ontario zit er ook statiegeld op alle flessen en blikjes bier en zelfs op flessen wijn. In die kleine winkeltjes zal men dan wel het statiegeld innen maar de verplichting om deze dan ook weer in te nemen, die vervalt. Waar moet je dan heen met je leeggoed?

In Ontario is er wel al een tijdje de "Beer Store", die op basis van vrij ondernemerschap ook bier mocht verkopen. Deze zal de omzet nu sterk zien teruglopen. Men protesteerde daarover en de overheid betaalt nu, heuselijk, een schadevergoeding van $225 Miljoen aan Beer Store.

Ook bij de overheidsdrankwinkels zal de omzet teruglopen, naar men verwacht. De werknemers zijn dan ook in staking gegaan. Ze willen garanties van de overheid dat er niemand ontslagen zal worden als er dadelijk minder werk voor hen zal zijn.