Gruwelijk onkundig zijn Canadezen als het gaat om het besturen van een auto. Als de manier waarop men dat doet een aanduiding is voor de gemiddelde intelligentie, dan is het droevig gesteld met het land.

Helemaal hun eigen schuld is dat misschien ook weer niet. De rijopleidingen zijn een lachertje, de wegen zijn slecht ontworpen en nog slechter onderhouden en het wagenpark is veelal oud en ook weer slecht onderhouden. Bovendien mag iedereen rijden, van piepjong tot stokoud. Logisch, want er zijn geen alternatieven. Je rijdt of je kunt niets. Fietsen kan niet, lopen is te ver en de bus, die komt niet.

De algemene rij-intelligentie is snel te bezien als je een aantal Canadezen bij een kruispunt laat samenkomen. Er zijn regels maar die begrijpt niemand. Ze gaan liever een beetje naar elkaar zitten wuiven. Droevig is het gedrag op rotondes waarvan er hier ook telkens meer komen. Men kan het gewoon niet bevatten of verwerken.

Er gebeuren dan ook ontzettend veel ongelukken en de statistieken zijn in Canada ongeveer twee keer zo slecht als in de meeste Europese landen. Men maakt zich er niet echt druk om, al die ellende met gewonden en ook verkeersdoden, het hoort er gewoon bij.

Je zult het meemaken dat er een wagen ergens uit een oprit komt en dat er iemand vol op de rem gaat om die te laten invoegen. Dat klinkt beleefd maar het is juist zo ondoordacht. Want de twintig auto's die volgen op de hoofdrijbaan moeten ook op de rem - en dat gaat soms fout. Nog afgezien van het onrustige verkeersbeeld en de belemmering van de doorstroming.

Toch zijn Canadezen gek op hun auto's - het lijkt wel of ze er verliefd op zijn. Eindeloze parkeerterreinen overal, liefst pal voor de deur - en dan de mogelijkheid om op veel plaatsen in de auto bediend te worden, de zogenaamde drive-through cultuur.

Rij eens met iemand mee en stel vast dat ze nauwelijks aanwezig zijn, zich haast niet bewust dat ze twee ton staal aan het voortbewegen zijn. Ze hangen in hun auto met een drankje in hun ene hand en liefst nog iets te eten in de andere. Opletten, ho maar. Ze zwalken over de weg.