Begint de boycot op zijn einde te lopen?
De eerste verlichtingen zijn al te bespeuren.

Bijna heel Canada heeft meegedaan met de boycot van Amerikaanse producten, als reactie op de agressieve manier waarop Dictator Trump Canada heeft bejegend.
Nu komen boycots wel vaker voor, maar deze was intens en heftig, zo sterk zelfs dat je haast lelijk werd aangekeken als je toch een Amerikaans product durfde te kopen. Dat had een Canadees consument toch moeten weten: dit doe je gewoon niet. De solidariteit in Canada was buitengewoon.
Maar de boycot begint op zijn einde te lopen. Dat is ook normaal want mensen vergeten en vergeven de dingen snel die tot de situatie hebben geleid. En laten we wel wezen: het kan behoorlijk lastig zijn om de dingen die je wilt kopen van uitsluitend niet-Amerikaanse bronnen te halen. Een goed voorbeeld is groente en fruit, daarvan komt er veel uit de VS. Moet je dat dan maar helemaal overslaan?
Dat de boycot aan het minderen is, merk je nu al in de Canadese provincies die het meest vriendelijk staan tegenover het regime in de VS. Dat zijn, over het algemeen, de prairieprovincies. Deels heeft dat met de gangbare handelsstromen te maken die inderdaad van daaruit vaak korter zijn dan naar de rest van Canada. Maar het komt zeker ook door de olie en andere grondstoffen die inderdaad vaak linea recta van Canada naar de VS gaan. Die band is sterk – er wordt bovendien goed aan verdiend.
Zo zijn enkele prairieprovincies weer begonnen met het toelaten van Amerikaanse alcoholische dranken in de overheidsdrankwinkels. Bij het begin van de boycot werden alle flessen schielijk uit de schappen gehaald, maar ze zijn weer terug hoor. Opvallend is dat de overheidsmaatregelen die met veel fanfare werden aangekondigd toen de boycot begon, nu stilletjes verdwijnen.
Kennelijk wil men daarbij niet al te veel publiciteit uitlokken. Dat de maatregelen echter haast heimelijk ongedaan worden gemaakt, is toch juist wel wat journalisten opgevallen. Zo wordt het afzwakken van de boycot intussen wel doorgegeven aan de bevolking.
Een aardig voorbeeld was de regel in de provincie Saskatchewan dat alle overheidsopdrachten vergeven moesten worden aan een Canadees bedrijf, of althans niet aan een Amerikaans bedrijf. Door die regel nu te schrappen, is de markt naar het zuiden weer open. Daar kan men bepaalde dingen toch echt sneller en/of goedkoper halen, dus er zit zelfs nog een voordeeltje aan vast ook.
Niet iedereen is blij met het versoepelen van de maatregelen. Zouden we niet eerst hebben moeten wachten totdat de VS de invoerrechten weer afschaft? Of totdat Trump opgehouden is met de dreigende toon over de overname van Canada? Door de eigen beperkingen af te schaffen, stelt men zich zwakker op tegenover de VS, vinden er velen.
Het klonk allemaal heel erg assertief om zich bilateraal op te stellen in dat soort aangelegenheden. Maar helaas is de realiteit dat het bijna niemand in de VS ook maar iets kan schelen hoe de zaken er in Canada voorstaan. Dat is, voor de meeste Amerikanen, een ver-van-mijn-bed-show.
De Amerikaanse markt is intussen zo groot dat Canada er gewoon niet toe doet. Als dat echt zo is, dan zeggen sommigen dat je maar het best gewoon kunt doen alsof er niets aan de hand is.