Als je een ziekenhuis wilt bouwen ...
Dan moet je toch proberen het goed te doen?

Dezer dagen gebeurt het niet vaak dat er een nieuw ziekenhuis wordt gebouwd in Canada. Men tobt liever voort met de krakkemikkige oude gebouwen – die er vaak gruwelijk uitzien.
In Ontario wilde men toch eens een echt nieuw ziekenhuis; op zich al geen slecht idee als de bevolkingsgroei zo aanzienlijk is. Maar tja, er is geen geld. Wat moet je dan? Men is toen maar met een aantal ondernemers in zee gegaan om zo’n gebouw te laten bouwen op basis van een lease die 30 jaar zou moeten doorlopen. Zo zou het “Humber River Hospital” bij Toronto gebouwd gaan worden
Men geeft daar dan wel een iets andere term aan zodat het allemaal niet te afschrikwekkend klinkt. Men noemt dit een “public-private partnership” waarbij vooral het woord “partner” erg zoet overkomt; veel zoeter dan de kwestie in feite is. Immers: dat wordt gewoon flink dokken voor de overheid gedurende een wel heel erg lange periode. En wat er na afloop zal gebeuren, dat weet helemaal nog niemand.
Toen het gebouw werd aanbesteed in 2011 waren de gemoederen haast euforisch. Waar kan men nou zeggen dat er een nieuw ziekenhuis voor de mensen wordt gebouwd? Trots, trots, trots was men dan ook toen de deuren in 2015 opengingen. Het zou de druk op het zorgsysteem aanzienlijk moeten verminderen.
Maar … helaas was de bouwkwaliteit niet al te best. Al gedurende het eerste jaar ontstonden er gigantische lekkages in verband met waterleidingen die foutief waren aangelegd. Het resulteerde in een rechtszaak waarbij het dan altijd een netelige kwestie is wie nu eigenlijk wie aansprakelijk moet stellen. Was het de financieringsmaatschappij, de hoofdaannemer, de onderaannemers (waarvan er velen zijn) of kan men wellicht nog een andere zondebok aanwijzen, zoals bijvoorbeeld architecten, opzichters, de gemeente, het ministerie, de nutsbedrijven. De lijst van “defendants” is dan lang.
Kenmerkend voor dat soort rechtszaken is dat ze eindeloos voortduren. Bijna elke verdedigende partij zal een derde-partij aansprakelijk trachten te stellen, die dan op ingewikkelde wijze ook bij de kwestie betrokken raken. Niemand aanvaardt aansprakelijkheid. Uiteraard niet, want dan zou het hek van de dam zijn met deze en andere claims.
Want bij dit ene probleem is het niet gebleven. Een voortdurende kwestie is dat het gebouw deels scheef staat (de vloeren verlopen niet horizontaal) en dat de vloeren niet vlak zijn, wat veel gedoe geeft bij het verrollen van bedden en apparatuur.
In totaal zijn er vier rechtszaken over dit gebouw aan de gang – alle in vol bedrijf, voortslepend van de ene verdaagde zitting naar het volgende probleem. In totaal wordt er zo’n $10 miljoen geclaimd, wat dus slechts 10% bedraagt van de eigenlijke aangenomen bouwsom van het geheel. Niemand heeft er enige kijk op hoelang de problemen nog zullen voortduren.
Intussen functioneert het ziekenhuis wel – en het kost een vermogen aan die lease, waar men nu nog twintig jaar aan vastzit. Helaas is daar verder niets aan te doen. De overheid heeft altijd geld en de leasemaatschappij zal gewoon geld blijven eisen, conform de contractuele bepalingen.
De uitkomst van de rechtszaken is al een beetje duidelijk. Eén van de aannemers zal wel failliet gaan als het allemaal zo nog voortduurt. Daarmee zullen de eisen dan ook wel in het water vallen.