Het lijkt nogal eenvoudig. Twee partijen komen iets overeen en dan heb je een overeenkomst waar beiden zich aan dienen te houden. Prima natuurlijk, maar wat nu als het misgaat?
Met een overeenkomst kunnen heel wat dingen foutgaan, in de praktijk. Canadese rechtbanken lopen over met zaken die niet precies gingen zoals een van de partijen had gedacht. Of misschien zelfs wel zoals beide partijen hadden gedacht. Of wie weet waren er al nog wel meer partijen die aan de overeenkomst verbonden waren.
In veel gevallen is een mondelinge overeenkomst gewoon geldig, waarbij het dan wel snel tot meningsverschillen kan leiden wat er precies was overeengekomen, wanneer en door wie. Ook dat soort zaken kunnen voor het gerecht eindigen. Over het algemeen is dat een tijdrovende en kostbare bedoening dus probeert haast iedereen die omweg te vermijden.
Voor sommige overeenkomsten bestaat er een wettelijke verplichting om alles netjes op te schrijven. Doe je dat niet, dan bestaat er zelfs geen overeenkomst. Deze logica wordt bijvoorbeeld gevolgd bij de koop en verkoop van onroerende zaken. Eerst was dat niet en daar werd door sommigen misbruik van gemaakt dus al snel kwam er die verplichting bij: opschrijven wat je bent overeengekomen. Zelfs dat is, natuurlijk, geen garantie dat alles soepeltjes zal verlopen maar er heerst wel veel meer algemene duidelijkheid. Je hebt iets om op terug te vallen.
In opvallend veel zakelijke transacties wordt er echter helemaal niets opgeschreven en regelt men de dingen door elkaar eenvoudige toezeggingen te doen. Een duidelijk voorbeeld komt uit de landbouw: men kent elkaar, je doet al jaren zo zaken en er heerst wederzijds vertrouwen.
Er dook recentelijk een gevalletje op waarin een leverancier van hooiproducten aangaf dat hij een zekere partij zou leveren aan een bepaalde prijs en op een bepaald tijdstip. Hoe gaf hij dat aan? Door met een duimpje-omhoog “emoji” te reageren op de aanvrage van de koper. Zo hadden ze dat al eerder gedaan, min of meer, dus daarmee was er een overeenkomst gesloten, zou je denken.
Maar helaas, de marktprijs van het te leveren product verdubbelde zich snel in de tussentijd en de leverancier besloot om toch maar niet te leveren want hij kon zijn product elders voor veel meer geld kwijt. Dit geval ging rechtstreeks naar de rechtbank met de kernvraag of zo’n “emoji” verbindend is. Daarbij keek men naar wat gewoon was in deze bedrijfstak en naar de manier waarop de partijen reeds met elkaar omgingen.
Wat bleek? De “emoji” was verbindend, volgens de rechtbank. De leverancier moest flink schadevergoeding betalen aan de klant. Dus wat deed de leverancier? Die spande een beroepsprocedure aan – het resultaat daar was hetzelfde: contractbreuk bevestigd.
Inmiddels is de kwestie nogmaals geëscaleerd naar een federaal gerechtshof dat zich er over moet buigen. Beide partijen hebben inmiddels een vermogen gespendeerd aan juridische specialisten en nog altijd blijft de kwestie onopgelost.
Misschien is het toch beter om wat duidelijker te zijn bij het maken van overeenkomsten. En pas maar op in Canada want af en toe kan zelfs een minimale handeling leiden tot de verwachting dat er weldegelijk een overeenkomst is.
Deze website is gedomicilieerd in Nederland en de voertaal is Nederlands. Op deze website wordt geen kunstmatige intelligentie getoond en alle artikelen en teksten zijn samengesteld door mensen.
info@vluchtelinguitcanada.nl
This is a Dutch website; the host language is Dutch. For your convenience, a translation service can be toggled on this page. However, to extract a more precise translation, you would need to retain a certified translator. By general approximation, the automatically provided translation would usually be fairly correct. Of course, you can always contact us for assistance.