Zoals bekend is Canada een heftige producent van olie en gas, ja zelfs van kolen en een enorm aantal mineralen en andere mijnbouwproducten. Is dat nu juist goed of niet?

Bijna iedereen zal beamen dat olie, gas en de hele verdere rest bijzonder goed zijn voor de financiën van het land. De tewerkstelling in de bedrijfstakken is enorm, met ontzettend veel banen waar echt flink verdiend wordt. De bedrijven maken veelal winst, waarover belastingen worden geheven. Er worden ook meestal royalty’s geheven die eveneens de schatkist invloeien.

Tegelijkertijd weet ook haast iedereen dat er bepaalde milieuproblemen ontstaan bij het produceren van allerhande natuurlijke hulpbronnen. In die zin is niets voor niets – het droeve voorbeeld van de teerzanden in Noord-Alberta spreekt boekdelen. Want ja, er wordt veel olie geproduceerd en veel geld verdiend, maar tegelijkertijd ontstaat er een soort maanlandschap waar gedurende heel lange tijd werkelijk niets mee te doen is.

Je kunt het wel vaker zeggen dat economische belangen misschien niet stroken met milieubelangen. Om het een te bereiken, moet je het andere op de achtergrond brengen. Zo is het al heel lang en niet alleen in de mijnbouw maar eigenlijk in veel aspecten van het bestaan.

De oliebranche is er inmiddels opgesprongen. Die hebben al zo’n viezig imago, daar wilden ze best wat aan doen teneinde de algemene beeldvorming wat op te krikken. Zo is het gebeurd dat er op veel plekken in het land inmiddels stevig geadverteerd wordt om olie in een beter daglicht te zetten. We moeten blij zijn met de olie want er zitten zulke enorme voordelen aan.

De slogan “Without a strong oil and gas industry, we’d all get less for our Dollar” spreekt velen wel aan. Er wordt niet rechtstreeks gezegd dat olie en gas zo geweldig zijn, maar het wordt wel duidelijk gemaakt dat de economie er wel bij vaart. Voor wie dat nog niet wist, is dat misschien een wijze les.

De federale overheid is met brede wetgeving gekomen teneinde de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Zo wil men vervuilende elektriciteitscentrales sluiten en bedrijven die vieze energie gebruiken motiveren om schoner te worden. Het betreft natuurlijk ook de particuliere huishoudens, die nu snel moeten overschakelen op elektrische auto’s en schone warmtepompverwarmingen.

Er is veel weerstand tegen de geforceerde omschakelingen en de advertentiecampagne van de oliebranche helpt bij dat verzet. Ontegenzeglijk zou “Big Oil” er wel bij varen als er meer olie werd verstookt in plaats van minder. Veel burgers vinden het een fijn idee als de dingen bij het oude kunnen blijven. De mensen willen veelal helemaal niet omschakelen.

Afgezien daarvan wil men de export van de natuurlijke hulpbronnen juist bevorderen. Er wordt wel gezegd dat dit alleen maar goed is voor Canada, immers de viezigheid wordt elders opgestookt, zodat het probleem elders ligt. En toch is dat niet helemaal waar, want er komt echt ontzettend veel ellende vrij bij de productie. Doordat die vervuiling in een andere categorie valt, telt die niet mee in de energiebalans. Gigantische hoeveelheden methaangas gaan er zo ongehinderd de lucht in – en dat mag gewoon.

Het is grappig en opmerkelijk om te zien hoe de oliebranche de publieke opinie zo probeert te bespelen. De wervende teksten zijn inmiddels niet alleen in Alberta te zien maar ook in stedelijke centra ver weg, zoals in Vancouver en Toronto.